Rekenen oefenen

Slechts één op de drie leerlingen verlaat de basisschool met het 1S-streefniveau voor rekenen (Onderwijsinspectie, 2021). Kinderen beginnen met rekenen in groep 3. Het is verstandig om vanaf dat moment thuis te beginnen met oefenen. Hierdoor raakt uw kind steeds meer gewend aan sommen en getallen. Uiteindelijk leidt dit tot betere prestaties en wordt het 1S-streefniveau voor rekenen sneller behaald. Wij sommen hieronder de vijf beste tips op, om thuis rekenen te oefenen.

1. Maak gebruik van rekensituaties in het dagelijkse leven

De eerste tip is om gebruik te maken van rekensommen die jullie in alledaagse situaties tegenkomen. Alledaagse rekensituaties komt u bijvoorbeeld tegen:

• In de supermarkt
  Wanneer jullie boodschappen doen en bijvoorbeeld een netje mandarijnen kopen, kunt u uw kind vragen om deze te tellen. Deze oefening is geschikt voor kinderen in groep 3. Voor oudere kinderen gebruikt u lastigere rekenopdrachten.
• Tijdens het koken
  Neem tijdens het koken samen recepten door en laat uw kind alle ingrediënten afwegen. Gaan jullie iets opwarmen in de magnetron? Laat uw kind dan terugtellen. Deze oefeningen zijn geschikt voor kinderen in groep 4.
• Tijdens het klokkijken
  Aan kinderen die leren klokkijken, kunt u regelmatig vragen stellen over de tijd. Dit versnelt het leerproces. Bijvoorbeeld: ‘Hoe laat is het nu?’ en ‘Over hoeveel minuten moet je op school zijn?’ Deze oefening is geschikt voor kinderen in groep 3, 4 en 5.
• Bij het geven van zakgeld
  Met oudere kinderen bespreekt u hoe veel zakgeld ze per week krijgen en hoelang zij bijvoorbeeld moeten sparen voor iets wat ze graag willen hebben. Deze oefening is geschikt voor kinderen in groep 6, 7 en 8.

2. Speel rekenspellen

De tweede tip is om met uw kind rekenspellen te spelen. Dit is een leuke tijdsbesteding, waardoor kinderen beter leren rekenen. Win-win! Op de computer, telefoon en tablet vindt u veel rekenspellen voor kinderen, maar u kunt ze ook zelf maken. Als u dit samen met uw kind doet, onthoudt hij of zij de sommen en antwoorden beter. Dit is ook weer een goede rekenoefening. Hieronder lichten wij de vier populairste rekenspellen toe.

Het kaartspel ‘oorlogje’

Bij het oorlogje-kaartspel moet uw kind tellen en de waarden van kaarten kennen. Daarom is dit een goed rekenspel voor kinderen in groep 3 en 4. Het doel van het spel is om alle speelkaarten in bezit te krijgen. Alle 52 kaarten hebben een waarde. Van laag naar hoog is dit: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, J, Q, K en A. Jullie spelen oorlogje als volgt:

1. Schud de kaarten.
   Als jullie met z’n tweeën spelen, heeft ieder 26 kaarten. Deze liggen gedekt op een stapel. Jullie zien dus niet welke kaarten jullie hebben.
2. Tel bij elke ronde tot drie en draai de bovenste kaart om.
   Nu kijken jullie wie de hoogste kaart heeft. Laat uw kind dit bepalen als rekenoefening. Degene met de hoogste kaart wint de ronde en krijgt de neergelegde kaarten.
3. Hebben de kaarten dezelfde waarde? Dan is het oorlog!
   Leg allebei nog drie kaarten van jullie stapel gedekt op tafel. Pak een vierde kaart: wie nu de hoogste waarde heeft, krijgt alle tien de kaarten.
4. Degene die alle kaarten in zijn of haar bezit heeft, wint.
   Als één speler alle kaarten heeft, wint diegene en is het spel afgelopen.

Tafelmemory

Met tafelmemory oefenen jullie makkelijk tafels. U speelt met kaarten waar rekensommen op staan en met kaarten waar antwoorden op staan. Leg de kaarten omgekeerd neer op tafel. Uw kind zoekt vervolgens naar de juiste combinatie van rekensom en antwoord. Download en print een voorbeeld van tafelmemory uit ons artikel over tafels oefenen, of knutsel zelf kaartjes die u beschrijft met sommen en antwoorden. 

Flitskaarten

Het flitskaartenspel kan ingezet worden voor verschillende rekensommen. Op de voorkant schrijft u de som en op de achterkant het antwoord. U houdt de stapel flitskaarten vast en laat ze om beurten - met de rekensom-kant - zien aan uw kind. Hij of zij moet dan zo snel mogelijk antwoord geven. Is het antwoord goed? Dan kunt u de kaart wegleggen. Kaarten waarop fout geantwoord is, legt u onder op de stapel. Door deze sommen te herhalen, onthoudt uw kind antwoorden beter. Dit is vooral handig wanneer jullie tafels oefenen.

Hieronder ziet u een voorbeeld van flitskaarten met verschillende sommen:

Rekendomino

Bij rekendomino legt uw kind kaarten aan elkaar door sommen op te lossen en de juiste antwoorden neer te leggen. Er ontstaat dan een domino. Het werkt als volgt:

• U knipt kaarten. Op elke kaart tekent u twee vakken: in het linkervak staat een antwoord en in het rechtervak staat een som.
• Begin door één kaart neer te leggen met een som erop. Uw kind zoekt vervolgens naar het antwoord en legt deze kaart tegen de eerste kaart. In het rechtervak staat dan weer een som die opgelost moet worden.

Het spel is klaar wanneer alle kaarten correct neergelegd zijn. Hieronder vindt u een voorbeeld van rekendomino:

Zelf rekenspellen maken

3. Bestudeer en herhaal samen gemaakte rekenopdrachten

De derde tip is om uw kind het gemaakte rekenwerk van school mee naar huis te laten nemen. Samen kunnen jullie de rekensommen en foute antwoorden bestuderen. Deze opdrachten kunnen jullie dan opnieuw maken. Daarnaast ziet u welke rekenonderwerpen uw kind lastig vindt. Bijvoorbeeld tafels en vermenigvuldigen, staartdelingen of breuken.

Er bestaan verschillende rekenmethodes voor het oplossen van sommen. De ene methode werkt beter voor uw kind dan de andere. Wij adviseren om verschillende methodes uit te proberen en te kijken welke het beste past bij uw kind. Bespreek wel eerst met de leerkracht of dit een probleem vormt voor de lesstof. Dan kunt u daar rekening mee houden.

4. Leer uw kind ‘handig rekenen’

Handig rekenen is het kiezen van de makkelijkste manier om rekensommen op te lossen. Er zijn verschillende strategieën die vooral goed van pas komen bij hoofdrekenen. Wij lichten de drie populairste strategieën toe.

Rekensommen splitsen

Leer uw kind rekensommen te splitsen. Als voorbeeld nemen we de som: 4 x 63. Van deze som kunnen twee sommen worden gemaakt en bij elkaar worden opgeteld. Hieronder staat hoe u deze rekensom splitst.

4 x 60 = 240 4 x 3 = 12 ------------------- + 252

Tientallen zoeken

Vaak zijn sommen makkelijk op te lossen door eerst tientallen bij elkaar op te tellen. Laat uw kind daarom goed kijken naar sommen en de tientallen optellen of aftrekken. Als voorbeeld nemen we de som: 43 + 61 + 17 + 59.

43 + 17 = 60 61 + 59 = 120 ------------------- + 180

Maak ronde getallen

Vaak kunnen getallen gewoon afgrond worden. Hierdoor zijn sommen stukken makkelijker op te lossen. Neem als voorbeeld de rekensom 589 - 123.

Deze maakt uw kind eenvoudiger door 589 af te ronden naar 600. De som is dan 600 - 123 = 477. We hebben 11 opgeteld bij 589, dit moet dus nog van het antwoord worden afgetrokken: 477 - 11 = 466.

466 is dus het antwoord op de som 589 - 123.

5. Zorg voor een ontspannen en comfortabele omgeving

De laatste tip die we meegeven, is om thuis een fijne sfeer te creëren. Op school staat uw kind al genoeg onder druk om te presteren. Oefen rekenopdrachten dus thuis in een ongedwongen sfeer. Op deze manier vindt uw kind rekenen ook leuker worden. Zorg dat wanneer uw kind ‘foute’ antwoorden geeft, hij of zij het vertrouwen krijgt dat het een volgende som wél juist beantwoordt. Op deze manier wordt uw kind zelfverzekerder tijdens het rekenen en zal hij of zij uiteindelijk beter presteren.

Met deze vijf tips haalt uw kind sneller het 1S-streefniveau voor rekenen. Kijk ook eens bij onze andere blogs waarin we onder andere leerstrategieën delen voor het oefenen van woordjes en topo.